De Oudheidkamer in Wolvega in samenwerking met een verhalenverteller
In de ruimtes van de Oudheidkamer liggen de verhalen over vroeger voor het oprapen, je kunt ze haast horen rondzoemen: er valt zóveel te vertellen over al die spullen en over de mensen die ze gebruikten. Er is een schat aan alledaagse gebruiksvoorwerpen te zien, maar ook is er een winkel, een keuken, een woonkamer en een schoollokaal ingericht. Daar is de sfeer van het leven van vroeger goed te zien en te voelen. Het kan niet anders of de kinderen komen vol van verhalen weer buiten.
Wanneer de kinderen weer op school zijn is er een korte terugblik: welke verhalen zouden in de winkel of bijvoorbeeld in het schoollokaal kunnen hebben afgespeeld? Als voorbereiding op de komst van de verhalenverteller mogen ze hun fantasie de vrije loop laten.
Na het bezoek aan de Oudheidkamer komt een verhalenverteller (John Ebink, Klaasje Herder, Baukje Koolhaas of Nelle Raaphorst) in de klas om met de kinderen terug te halen wat ze ervaren hebben. Ook gaat de verhalenverteller met de kinderen verder met het maken en vertellen van verhalen naar aanleiding van voorwerpen, plaatsen en personen in vroeger tijden. Wie, waar, wanneer … wat gebeurt er? Wat is het hoogtepunt van het verhaal? Hoe loopt het af? Er zijn speciale woordkaarten gemaakt met foto’s van objecten uit het museum die de kinderen kunnen helpen bij het maken van een verhaal. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een uitleg over de ‘vertelberg’ of ‘vertel-leporello’.
Het Stellingwerfs komt natuurlijk ook bij het verhalen vertellen aan bod. Zie de Lesbrief Streektaal – groep 4 en luister naar de Stellingwerver woorden voor groep 4. Er zijn bovendien vier geluidsfragmenten in het Stellingwerfs te beluisteren over de winkel, de woonkamer / bedstee, het schoollokaal en de keuken. Hier kun je de verhalen lezen in het Nederlands.
Rol voor de leerkracht:
Vooraf
Voorbereiding van het bezoek aan de Oudheidkamer
- Klassengesprek over verschillen tussen vroeger en nu: wonen, werken, bezigheden, voorwerpen om de kinderen vast benieuwd te maken naar wat ze gaan zien.
Achteraf
Na het bezoek aan de Oudheidkamer
- Vertelplaat Nabespreken: wat heb je vooral onthouden? Wat blijft je bij? Welke voorwerpen? Welke ruimte? De kinderen tekenen daarover op tekenpapier (A4- of A3-formaat) of plakken afbeeldingen op en noteren er woorden, woordgroepen en korte zinnetjes bij. Zo ontstaat een soort ‘vertelplaat’.